Kampverslag 1994: Gallisch-Romeins kamp Losser

Na het inladen van kinderen, leiding en bagage bij de Ontmoetingskerk en ’t Valkennest reed de bus naar Losser.

De tenten werden ingericht en toen werd het blinde vinken spel gedaan op de zandvlakte achter de tenten.
Na het eten en de afwas kwamen er 2 Romeinen het kampterrein op, Julius Caesar en zijn lijfwacht. Binnen een week moest iedereen weg wezen van dit terrein, maar gelukkig is er een stamhoofd, die naar de druïde ging met de hele groep.

Zo kregen we onze namen: Anjouers,  Bretonners, Normandiërs, Bourgondiërs, Picardiërs, en Dauphiniërs. En een papieren leger met veel mannetjes rond het Gallische dorp, zo konden de Romeinen verslagen worden. Ook kon elke kind een echte Galliër worden door de in de loop van de week een toepasselijke Gallische naam te krijgen.

Zondagochtend ging de kampdienst over namen (Saulus >> Paulus) en betekenissen. De avondsluitingen de rest van de week waren allemaal verhalen over Paulus en wat we er van vonden. ‘s Middags maakte elk groepje z’n schild. Die avond kwam het stamhoofd en vroeg om 5 bekers met dennennaalden voor de toverdrank. Op de zandvlakte werd in 2 groepen het spel toverdrank smokkel gespeeld.
Maandag begon met engels ontbijt en met een 20 vragen tocht liep iedereen naar het  zwembad, waar lekker werd gezwommen. Terug op het kampterrein kwam tijdens het zingen de druïde met speluitslagen, zodat er Romeinen verslagen konden worden en oorkondes voor kinderen met Gallische namen. Verder had hij 45 dennenappels nodig.


Dinsdag was het erg warm en bij het marktspel speelde de leiding vals, volgens de kinderen. Het spel Romeinen meppen was erg leuk. Bij het kampvuur die avond, was het erg gezellig.
Woensdag, in het dorp Losser deden de kinderen in groepjes het dukatenspel en bij de snackbar genoot iedereen van een lekker patatje met iets erbij. ’s Avonds na het journaal kwam de Romeinse soldaat even vertellen dat het kamp vrijdag wel weg moest zijn.
Donderdag was sportdag en nog een keer zwemmen omdat het zo warm was. Na het zingen in de blokhut moesten de kleine kinderen gaan slapen en gingen de groten een avondwandeling doen en hoorden een spannend verhaal.
Vrijdagavond waren er vele optredens met liederen en gedichten. Het laatste ingrediënt voor de toverdrank was van iedereen een beetje spuug. Julius Caesar en zijn lijfwacht kwamen met en witte vlag en gaven toe verslagen te zijn.

Iedereen kreeg een schildje als kampherinnering. Het was toen feest met disco en kampvuur.
De volgende ochtend weer inpakken en in de bus naar huis. Maar volgend jaar weer, toch?

Bekijk hier nog meer foto's. Naar: Kampverslag 1993  Naar: Kampverslag 1995